Mijn laatste blog had de titel “Zijn we er bijna?“ en helaas kan ik daar, aan het einde van dit tweede coronajaar, niet bevestigend of perspectiefvol op antwoorden. Nog altijd mag onze branche zich in tegenstelling tot andere sectoren gelukkig prijzen, maar nog altijd leeft ook zij met de beperkingen van deze tijd. Het enige dat door de ervaringen in de afgelopen jaren wat lijkt te worden getemperd, zijn de zorgen dat restricties en versoepelingen die vroeg of laat weer op beperkingen zullen volgen, wel op een juiste manier meebewegen met de mate van het daarmee gepaard gaande personenverkeer dat in kantoren, openbare gebouwen en de publieke ruimte gebruik maakt van onze liften en roltrappen. En zo bewegen we weer mee en wordt ons jubileumevent, gepland voor 18 februari, andermaal uitgesteld. Ditmaal naar 10 juni, waarbij we hopen dat de aanloop naar de zomer ons dan heeft bevrijd van de beperkingen om dit uitgestelde programma ten volle of überhaupt te beleven.

De afronding van de langste kabinetsformatie in onze parlementaire geschiedenis geeft ons uiteindelijk nog wat goed nieuws. Zo kunnen we los van alle politieke discussie rondom het regeerakkoord als branche nu wél gaan inzetten op onze input ten behoeve van het Nederlandse herstelplan als aanspraak op het Nederlandse deel van het Europese fonds Recovery Resilience Facility (RRF). Dit nationaal plan is er ten behoeve van de verduurzaming van de gebouwde omgeving, om met investeringen en hervormingen het economisch herstel te bevorderen en tegelijkertijd de digitale en groene transities te ondersteunen. Die ontwikkelingen gaan uiteraard gepaard met goed opgeleide monteurs, die nu reeds van harte welkom zijn in onze branche. Onze webpagina www.vlr.nl/werken-en-leren geeft belangstellende (zij)instromers een eerste oriëntatie voor een mooie carrière met doorgroeimogelijkheden.

Van iemand met zo’n mooie en afwisselende carrière in onze branche moeten we aan het einde van dit jaar helaas afscheid nemen: onze voorzitter van de Technische Commissie Alderik Bos heeft zijn bedrijf verkocht en oriënteert zich het komende half jaar op een nieuwe uitdaging. In een commissie die zich al sinds het bestaan van de VLR heeft gekenmerkt door een kwalitatief zeer hoog niveau aan lift-technische kennis, wist hij deze kennis in zijn rol van commissievoorzitter als geen ander voor onze brancheorganisatie te verzilveren door met overzicht en visie de maatschappelijke vertaalslag te maken tussen branche en werkveld. Vanaf deze plek wens ik hem dan ook graag namens ons allen geluk en gezondheid toe voor zijn nieuw levensfase.

En geluk en gezondheid is wat ik iedereen graag toewens voor 2022. Het zijn beslist geen afgesleten woorden geworden in deze afgelopen twee jaar. Aan die wens voeg ik graag de hoop en moed toe, dat deze zorgelijke tijd zich in dit nieuwe jaar ten goede keert en “positief” weer zijn oude betekenis krijgt.

Kees van der Sluijs
Directeur VLR